1980: Frankrijk, Annemasse
Op 3 oktober om 20.08 uur startte vanaf het station Ruurlo, de reis richting Annemasse. In Arnhem zou de groep overstappen op de nachttrein naar Bazel.
Nadat een ieder in zijn slaapcoupé gesetteld was, kwamen de meegebrachte versnaperingen en drankjes te voorschijn. Dat is van alles wat, zoals gekookte eieren, kaas, gehaktballen, nootjes, snoep tot blikjes bier en meerdere soorten drankjes toe.
Ook de accordeons werden uitgepakt en in een mum van tijd ging het in polonaise van voor naar achter door de trein. Dat was dus niet goed. Volgens de conducteur werd er in zo’n trein geslapen en mocht er geen lawaai gemaakt worden, basta!
Er zat dus niets anders op dan de muziekinstrumenten op de ruimen. Maar gezellig werd het wel in de trein en de nacht werd zeer kort want de eerste overstap in Bazel was al om 5.55 uur.
In Lausanne, de volgende halteplaats, was dusdanig weinig tijd om met alle bagage van het ene naar het andere perron te lopen dat Herman Horstman, die vanwege een knieoperatie op krukken meereisde, de kruk nog
net op tijd tussen de dichtslaande deuren kon steken en zodoende naar binnen gehesen kon worden.
De eerste nacht sliep de groep niet in Annemasse, maar in een atoombunker in de stad Genève. Hier sliep ook de begeleider voor dat weekend, monsieur Bartemeuff. Wanneer je geen fobie hebt, zou men er hier een van krijgen, zo benauwend was het toen die nacht de dikke deuren dicht moesten blijven.
Maar een medicijn voor een kwaal hebben de dansers meestal wel bij zich en zelfs monsieur Bartemeuff, die eerst geen woord buitenlands bleek te spreken, ging hiervan plotsklaps Duits praten.
Het slapen hebben de dansers nog nooit zo dicht bijeen gedaan. De slaapzaal bestond uit twee rijen stapelbedden tegenover elkaar, maar dan de bedden aan elkaar vast.
Nu deed het geval zich voor dat danslid Hendrik “van de Koopman” vlak naast Gerrie Ribbers en haar Jan lag. Hij had midden in de nacht in zijn droom schijnbaar ruzie met iemand en schreeuwde een naam, Pieterse. Hier achteraan nog een heel lelijk woord en mepte hierbij meteen naar rechts, een rechtse directe dus.
Buurvrouw Gerrie was de dupe en zou er bijna een blauw oog aan over houden.
De volgende morgen aan het ontbijt werd er aan Hendrik gevraagd: “Zeg Hendrik, ken iej eenen Pieterse?” Waarop hij antwoordde: “Jao, den warkt biej ’t Waterschap en ik heb ’t daor gruweluk met an d’n stok, met den rotkeerl”. Er werd smakelijk over dit voorval gelachen.
Na het ontbijt werd de groep naar een internaat in de Franse stad Annemasse vervoerd.
Beide steden lopen in elkaar over. Hier vond het “Festival Européen de Folklore 1980” plaats met groepen uit landen als: Frankrijk, Denemarken, Oostenrijk, Zwitserland, Italië, Bulgarije, Joegoslavië, Polen en Nederland. Op zaterdag werd van iedere groep op het gemeentehuis een delegatie welkom geheten en hierna trokken alle groepen in optocht door de stad.
In het internaat sliepen meerdere groepen en onderling wordt dan ook altijd samen gemusiceerd. In Nederland was die tijd net de vogeltjesdans een hit. Dat dit lied doorbrak in meerdere landen is naar alle waarschijnlijkheid te danken aan de Ruurlose folkloredansers. Want zij waren het, die op het grote schoolplein aan alle aanwezige groepen deze dans hebben geleerd, een prachtig gezicht. Dit werd op film vastgelegd.
Op zondag was het vervolg van het festival en mochten de dansers voor hun optreden een behaalde prijs in ontvangst nemen: de cup ”Grand Prix des Alpes Savoyardes”. Voor een ieder hoorde hier ook een oorkonde bij.Op maandag was er nog tijd over om de omgeving te verkennen. De dansers brachten een bezoek aan de plaats Tonon waar werd gewinkeld en aan het oude stadje Yvoire gelegen aan de oever van het Lac Lèman. Hierna ging men de bergen in, waarvandaan men een schitterend uitzicht had over het meer van Genève en de stad. Vervolgens bracht de bus de groep naar het station waar ze met de slaaptrein terug naar Nederland reisden. Moe, maar met veel verhalen en een mooie ervaring rijker, zetten de Achterhookse Folkloredansers weer voet op Ruurlose bodem.