2003: Hongarije Tápiószecsö
De folkloredansers brachten de pinksterdagen van 2003 door in Tápiószcecsö in Hongarije. Deze reis begon donderdagavond 3 juni vanaf station Emmerik (Dld). In Boedapest aangekomen stond de bus gereed om de groep naar Tápiószcecsö te vervoeren. Daar werden de Ruurlose dansers ondergebracht bij de leden van de dansgroep. Veel tijd om uit te slapen was er niet, want de volgende ochtend vertrok de bus al vroeg richting Boedapest voor een bezoek aan deze mooie stad. Het was de tweede keer dat deze stad werd bezocht dus kon men nu wat meer tijd besteden om te winkelen of een terrasje te pakken.
’s Middags moesten de dansers klaar staan in het “kistentuug” voor een optreden in het cultuurhuis van het dorp. Er namen tien jeugdgroepen deel aan het festival, een festival van folklore, jazzballet tot majorettes. De Ruurloërs zorgden hierbij voor het buitenlandse tintje, waarvoor zij een daverend applaus kregen. Het cultuurhuis van Tápiószcecsö was een gebouw waar verschillende verenigingen uit het dorp gebruik van maakten. Het was echter een oud gebouw.
Het dansen daarna in die dikke kleding was al helemaal geen pretje, dan maar denken aan het oude gezegde “wat költe keert, keert warmte ok”, want onze voorouders konden het weten. Het cultuurhuis had wel een bar met koele drankjes en een keuken waar al het eten voor de festivaldagen bereid werd. Buiten onder het afdak waren de vrouwen van de Hongaarse groep druk in de weer met het plukken van de kippenpoten, aardappels schillen, gehaktballen en koolrolletjes maken. Erg veel werk voor deze dames want op maandag telde het festival 26 groepen met circa 800 deelnemers waarvoor gekookt moest worden. Op zondag bracht men een bezoek aan de stad Eger, een van de mooiste baroksteden van het land. Daarna stond natuurlijk weer het wijnproeven op het programma. Erg gezellig in een koele wijnkelder, onder de klanken van zigeunermuziek, gemaakt door muzikanten die kennelijk zelf ook al aardig hadden geproefd.
Na thuiskomst werd er weer opgetreden in het cultuurhuis, samen met tien folkloregroepen uit de streek.
Maandag (2e pinksterdag) begon met een mis in de prachtige kerk van het dorp. Hierna was het grote festival buiten op het podium gepland, maar het was de hele dag al drukkend warm en na het heerlijke diner barstte er een onweer los, zodat het hele programma helaas naar binnen verschoven moest worden. Op het podium waren alle dansgroepen te zien. Folklore wordt in Hongarije met hoofdletters geschreven. Kleine jongens en meisjes wordt de folklore met de paplepel ingegoten.
Het is een genot om te zien hoe deze groepen jonge kinderen al zingend en dansend in hun prachtige fleurige kleding de folklore van hun land al uitdragen.
Het optreden van de Achterhookse Folkloredansers liep perfect en de dansgroep kreeg voor hun optreden een daverend applaus. Bij het afscheid werden de Hongaren uitgenodigd om in Ruurlo op de braderie te komen optreden.
–