1948: Denemarken, Sonderborg
De reis ging met de Scandinavië-expres naar Denemarken. De reis duurde ruim 14 uur, waarbij men onderweg getuige was van veel oorlogsschade in de Duitse steden die men passeerde.
In Padborn, Denemarken, werd men welkom geheten door de ’toeristchef’ van Sonderborg en de stationschef van Padborg.
Kort, maar hartelijk waren de welkomstwoorden, hartig en niet minder welkom waren de op Deense wijze belegde broodjes, die gereed stonden in de wachtkamer van het station.
Daarna werden de Reurlsche Boerendansers, zoals ze toen nog heetten, vervoerd naar de gastgezinnen, waar zij na de eerste kennismaking met de Deense gemoedelijkheid eens duchtig uitsliepen.
De volgende morgen stond het gezelschap gereed in het ‘tuugkistegood’ om ontvangen te worden door de burgemeester op het raadhuis. Daarna bezocht men een kamgaren- en wolspinnerij, waar 800 mensen werkten. Diezelfde avond vond het eerste optreden in het Sonderborg hotel plaats. De zaal was tot aan de nok toe gevuld. De Reurlsche Boerendansers openden de avond door het Deense volkslied te zingen, waarna een tiental dansen werden uitgevoerd. Men besloot de avond met het zingen van het Nederlandse volkslied.
Alle dagen van hun verblijf werden de folkloredansers goed onthaald, rijk voorziene koffietafels, waarbij de geüniformeerde dienstertjes vaak heen en weer moesten lopen. Het verslag vermeldde dan ook dat de groep zich in blakende welstand bevond, wat een wonder!
Na nog vele optredens en diverse bezoeken wordt de reis afgesloten en de terugreis aanvaard.