Vlag en vaandel
Een vlag (of dundoek) is een stuk textiel dat bedoeld is om een bepaalde boodschap uit te drukken. Een vlag wordt gewoonlijk aan een vlaggenmast of vlaggenstok bevestigd.
Het woord “vaandel” dateert uit de 16e eeuw en hangt samen met het woord “vaan”, dat “doek” betekent.
Een vaandel was in de oudheid een onderscheidende vlag, bedoeld om een militaire eenheid te herkennen. Uit oogpunt van herkenning zijn ook de vaandels van gilden, schutterijen en later ook folkloristische groepen ontstaan.
Een vaandel is een stuk doek waarop tekens of decoratieve ontwerpen zijn geschilderd, geborduurd of gedrukt, bedoeld om te worden uitgestald. Het vaandel hangt aan de vaandelstok, een horizontale stok aan de bovenzijde van de draagstok.
Vlag en vaandel hebben dus een symbolische betekenis ter onderscheiding van een eenheid. Deze betekenis moet ook worden gehecht aan vlag en vaandel van de Achterhookse Folkloredansers.ij-
Een vlag en vaandel worden met een zekere eerbied en respect behandeld.
Dat blijkt ook uit het verslag van de secretaris van de Achterhookse Folkloredansers uit 1953 over het folklorefestival:
Na aankomst van H.M. de Koningin en de vaandelgroet heeft burgemeester Jhr.mr. J.W.de Beaufort het openingswoord gesproken.
Vanaf de oprichting in 1937 tot 1969 hebben de Achterhookse Folkloredansers een vlag gevoerd. Deze vlag ging net als de Nederlandse vlag altijd mee op reis en naar elk optreden.
In 1969 werd de vlag vervangen door een vaandel, “met dank aan de dames Kuyvenhoven, Kreeftenberg, Hoijtink en Kamperman”, zoals de secretaris schrijft in zijn jaarverslag over 1969.
Bij optredens van de Achterhookse Folkloredansers in het buitenland worden altijd de Nederlandse vlag en het vaandel van de dansgroep gebruikt.
Bij optredens in Nederland wordt meestal alleen het vaandel getoond.
Ook bij officiële gelegenheden zoals jubilea wordt het vaandel gevoerd.