Geschiedenis
Vergelijken we de “Achterhookse Folkloredansers” met andere verenigingen uit Ruurlo, dan lijkt het nog een jonge vereniging, maar verhoudingsgewijs behoort deze dansgroep bij de oudere folkloristische dansgroepen in Nederland.
Al in het begin van de dertiger jaren, werd er bij café “Kerkemeier” in de Dijkhoek door een groep enthousiaste mensen uit de omgeving gedanst, en wel de ouderwetse dansen, dit deed men puur voor de gezelligheid en volgens zeggen danste hierbij ook de fam’ te Velthuis .
Later maakten ook H.Lusink uit de Wilhelminalaan en J. Dommerholt uit Ruurlo deel uit van deze groep.
In Ruurlo hoorde men hier ook het een en ander van en toen de toenmalige middenstand, door de crisis genoodzaakt, mensen naar de Achterhoek probeerde te trekken, ondermeer door in de zomer bij boeren uit het dorp mensen in het voorhuis gehuurd te laten wonen , (de bewoners huisden die periode zelf naar op deel), kreeg de plaatselijke V.V.V gestalte.
Na overleg werd er besloten om vanuit de plaatselijke middenstand een dansgroep te formeren, die in ouderwetse kostuums, oude dansen zouden brengen om hiermee de gasten welke in ons dorp verbleven iets van de landelijke sfeer van vroeger te laten proeven en zo het dorp wat meer bekendheid te geven als vakantieoord.
In 1937 werd er in het toenmalige café “Kerkhoven”, thans café “De Tapperij” een officiële dansgroep opgericht. Bij de oprichting werden de volgende inwoners als lid ingeschreven; De echtparen; Booltink, Bluemink, Bosman, Brandenbarg, Hasselo, Hillebrand,
Kerkhoven, Kok, Langelaar, Markerink, Scheffer, Zevalkink en de heer Nijveld. De muziek werd gemaakt door 2 spöllemannen n.l. de heer Emsbroek ,jammer genoeg konden we van de andere muzikant de naam niet achterhalen, waarschijnlijk was dit Lammertink.
Als dansleider trad de heer Brandenbarg op en voorzitter werd de heer Bosman, penningmeester werd W. Hasselo. Er werd iedere week geoefend in café “Kerkhoven”.
In 1937 kreeg men al een zodanige bekendheid dat het eerste optreden in Apeldoorn een feit werd. Er volgde dat jaar nog een optreden in Gaanderen en bij de Wijnhuistoren in Zutphen.
Daar de beschikbare ruimte bij café “Kerkhoven” te klein bleek,vooral met dansen zoals “De Vleegert”, werd in de winter van 1937-1938 besloten de oefenavonden bij café “Kerkemeier”in de Dijkhoek te gaan houden, daar was meer ruimte beschikbaar en zo konden er tevens nieuwe leden aangenomen worden, ook de al eerder genoemde dansers uit de Dijkhoek werden lid van de “Reurlse Volksdansers” of , zoals men zich ook wel noemde, de “Reurlse Boerendansers”.
Door de internationale verhoudingen in de zomer van 1939, werd de belangstelling van de gasten in Ruurlo steeds minder, er werd echter nog wel opgetreden, ook in de mobilisatiewinter van 1939-1940 was dit nog steeds het geval. Na de Duitse bezetting van 1940 werd er voor zover bekend weinig gedanst.
Na de bevrijding in 1945, bleek dat men het kistentuug zorgvuldig bewaard had, want voor het eerst na de oorlogsdagen werd, in de weide naast slagerij Nijveld aan de Barchemseweg, weer opgetreden, en wel voor onze bevrijders.
Aan de samenstelling van de groep was enige verandering gekomen, enkele leden bedankten, maar ook nieuwe aanwas voor de groep bleek beschikbaar, èèn hiervan was danspaar Stien en Jan Olieslag die al vanaf 1928 folkloristische dansen hadden geoefend bij het “Overschotje” in Lochem, ook kwam er muzikale versterking en wel de heer J. Stoelhorst uit laren, eveneens uit Laren is ook de heer Eggink een periode muzikant bij de folkloredansers geweest. Het openbaar vervoer na de oorlog,liep eerst nog niet zo goed , er was nog distributie, en ook de accommodaties waren nog lang niet weer op orde , zodoende kwam er van dansen buiten Ruurlo in 1946 nog niet zo veel. Wel werd er meerdere malen in Ruurlo opgetreden.
In het voorjaar van 1947 kwamen er weer meer optredens naar buiten toe, onder andere; in april in de Haagse dierentuin, in Scheveningen en op de Keizersgracht in Amsterdam.
In datzelfde jaar werd er een zogenaamd zomertoernooi gehouden bij “Kerkemeier”, hieraan namen groepen uit de omliggende plaatsen deel zoals Lochem, Laren, Vorden en Zutphen. Dit evenement trok veel toeschouwers.
Het eerste buitenlandse optreden van de “Reurlse Volksdansers” (zoals men de groep toen nog noemde) vond plaats in 1948.
Toen ze de smaak een maal te pakken kregen, ontstonden er veel meer contacten en uitwisselingen met binnenlandse en buitenlandse groepen.
Op de website wordt van veel van bezoeken, optredens en festivals verslag gedaan.